Kapitaalgoederen

Inleiding

Een kapitaalgoed is een goed dat bestemd is voor het kunnen laten functioneren van bijvoorbeeld een onderneming of een gemeenschap. Het vormt als het ware de infrastructuur waarop en waarin een gemeenschap functioneert en zich beweegt. Kapitaalgoederen zijn investeringen in voorzieningen met een langdurig economisch of maatschappelijk nut.

Deze paragraaf beschrijft het onderhoudsniveau en daarmee het kwaliteitsniveau van de kapitaalinvesteringen in de gemeente Breda. Binnen de gemeente is deze onderverdeeld in de volgende categorieën:

  • Beheer en onderhoud van de openbare ruimte;
  • Beheer en onderhoud riolering;
  • Beheer en onderhoud accommodaties;
  • Beheer en onderhoud voertuigen.

Beheer en onderhoud van de publieke ruimte

In de openbare ruimte van de gemeente Breda worden vijf kapitaalgoederen onderscheiden. De openbare ruimte bestaat uit meer goederen, die zijn echter niet betiteld als kapitaalwaardig. Het beheer en onderhoud in de openbare ruimte van de gemeente Breda betreft de volgende kapitaalgoederen:

  • Wegverhardingen;
  • Openbare verlichting;
  • Bomen;
  • Civieltechnische kunstwerken;
  • Waterwegen en –voorzieningen.
  • Riolering*

*Waarbij aangemerkt wordt dat het kapitaalgoed  riolering bijzondere wettelijke eisen en financiering kent. Deze heeft daarom een eigen systematiek en beheer- en onderhoudsbenadering.

In de beleidsplannen van de gemeente (bestaand uit de Visie op de openbare ruimte 2009, het Beleidskader kapitaalgoederen 2014 en de daarbij behorende beheerplannen en meerjarenprogrammeringen) staat hoe doeltreffend beheer van de voorzieningen in de openbare ruimte eruit moet zien. De begroting is voor dagelijks onderhoud en beheer.

De kapitaalgoederen openbare ruimte nader toegelicht
Voor groot onderhoud van wegverhardingen, openbare verlichting en bomen waren tot 2014 de middelen ontoereikend. Dat heeft bij enkele kapitaalgoederen geleid tot achterstallig onderhoud. Dit achterstallig onderhoud betekent een verhoogd risico op verkeersongevallen (bijvoorbeeld op asfaltwegen bij motorrijders). Op voet- en fietspaden staan voegen open,  liggen tegels los en drukken boomwortels de verharding op waardoor deze paden niet meer veilig en comfortabel zijn. Zeker niet voor kwetsbare inwoners en mensen met een lichamelijke beperking. Ook leidt de achterstand in onderhoud  vooral bij asfaltverharding tot aantasting van de fundering en dure herstelwerkzaamheden en daardoor tot kapitaalvernietiging.

In 2014 is door de gemeenteraad het Beleidskader kapitaalgoederen van de openbare ruimte vastgesteld. Daarmee is een plan goedgekeurd waarmee een voorziening is ingericht van 20 miljoen euro om in de periode van 2014-2022 het achterstallig onderhoud aan wegverhardingen weg te werken. Ook is een financiële impuls gegeven om het beheer en onderhoud van alle kapitaalgoederen op peil te kunnen houden.
Daarnaast worden voor het regulier groot onderhoud door middel van onderhoudsvoorzieningen de jaarlijkse middelen gereserveerd. Belangrijk voordeel van deze werkwijze is dat vanuit de beschikbare middelen toegewerkt wordt naar planmatig onderhoud voor een periode van tien jaar.

Wegverhardingen

Breda heeft ruim 10 miljoen m2 wegverharding, waaronder fietspaden, hoofdwegen en voetpaden. Op basis van het beleidskader kapitaalgoederen worden deze vanaf 2015 op een zogenaamd Bmin-niveau beheerd en onderhouden. Dit niveau houdt in dat de kwaliteit van de wegen zodanig is dat er geen onaanvaardbare risico`s zijn voor de weggebruiker, en schades waarvoor de wegbeheerder aansprakelijk gesteld kan worden. Voor de wegen die vallen binnen het op peil brengen (van achterstallig) onderhoudsprogramma tot 2022 vallen geldt dit nog niet. Voor die wegen is dan het mogelijk dat de komende jaren het werkelijke kwaliteitsniveau lager is dan het gestelde Bmin niveau. Daarbij wordt bij voorbeeld in het geval van schades die kunnen leiden tot een onaanvaardbare risico’s een ingreep gepleegd aan een deel van het wegvlak .

Het kwaliteitsniveau Bmin draagt bij aan optimaal, comfortabel, obstakelvrij en veilig gebruik. Bredanaars (en in het bijzonder kwetsbare Bredanaars) kunnen hun woning, winkels en andere voorzieningen zonder hinder en veilig bereiken. Klanten, werknemers en ondernemers kunnen winkels en bedrijven snel en comfortabel bereiken en recreanten en bezoekers moeten zonder hinder hun bestemming kunnen bereiken.

Wegverharding en vooral de asfaltverhardingen worden tijdig en cyclisch onderhouden waardoor duur achterstallig onderhoud (kapitaalvernietiging) door niet of te laat uitvoeren van onderhoud zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Openbare verlichting

Een belangrijk deel van de ruim 39.000 lantaarnpalen en armaturen is aan het eind van de levensduur. Met het regulier onderhoud wordt gewerkt aan sociaal veilig, verkeersveilig en goed werkende openbare verlichting. Daarbij wordt de laatste jaren meer en meer ingezet op verduurzaming. Energievretende, versleten armaturen en armaturen worden vervangen door LED verlichting. Naast regulier vervanging worden in de business case verduurzaming openbare verlichting 8.400 armaturen (en de versleten palen) in periode 2017-2020 vervangen door LED verlichting.

Bomen

Veel van de bijna 90.000 bomen in Breda zijn aan vervanging toe. Een grote vervangingsgolf dient zich aan. De afgelopen periode is er onvoldoende geld beschikbaar geweest voor een duurzame aanpak van de vervanging van bomen. Alleen de gevaarlijke oude en zieke bomen zijn om veiligheidsredenen gekapt. Herplant heeft niet op de gewenste manier kunnen plaatsvinden. In bestaande boomstructuren zijn bijvoorbeeld te kleine bomen herplant. Boomstructuren kalven hierdoor af en verliezen hun maatschappelijk, landschappelijke, verkeersgeleidende werking en ecologische waarde en werking.  Ook hier is dan sprake van kapitaalvernietiging

Een ander probleem is wortelopdruk op plaatsen waar bomen te krappe groeiplaatsen hebben. Er wordt inzichtelijk gemaakt wat de financiële consequenties zijn voor het wegwerken van de wortelopdruk in de komende jaren.
Het regulier onderhoudsplan (B-minniveau) gaat er van uit dat de bomen vanuit de beschikbare middelen zo worden onderhouden dat ze hun aantrekkelijkheid als decor niet verliezen, hittestress helpen tegen te gaan en dat ze hun landschappelijke, ecologische en (verkeers)geleidende waarde optimaal waarmaken. Waardevolle bomen, boomgroepen en boomstructuren worden op tijd en doorlopend beheerd en onderhouden, én vervangen wat afkalving bij boomstructuren voorkomt.

Civieltechnische kunstwerken

De circa 450 civieltechnische kunstwerken worden op ‘C-niveau beheerd en onderhouden. Het uitgangspunt daarbij is dat bruggen, viaducten et cetera in ieder geval veilig gebruikt kunnen worden en dat de kwaliteit voldoende is voor economisch optimaal (snel en comfortabel) gebruik. Het onderhoudsniveau C houdt echter ook in dat het beheer en onderhoud op een reactieve wijze wordt uitgevoerd. Dit heeft kapitaalsvernietiging tot gevolg.
Voor groot onderhoud en toekomstige vervangingen wordt in 2017 een beheerplan opgesteld. Daarin  wordt ook een beeld geschetst van de noodzakelijk investeringsmiddelen die nodig zijn voor groot onderhoud en toekomstige vervangingen.

Waterwegen

De 230 km waterwegen in Breda worden op C-niveau beheerd en onderhouden. Dit betekent dat de waterwegen veilig zijn voor de watersporter en dat het water voldoende kan stromen en voldoende diep is om te varen.
Technisch gezien is er sprake van een grote achterstand bij het op peil houden van de kwaliteit van kantbeschoeiingen en het baggeren. Er zijn geen middelen beschikbaar voor preventief of cyclisch onderhoud. Dit leidt tot een risico op afkalving van aangrenzende tuinen. Ernstige knelpunten of calamiteiten worden per geval (reactief) opgelost.
In het beheerplan dat in 2017 wordt opgesteld staat een beheer- en onderhoudsaanpak, in samenhang met het beheer en onderhoud door het waterschap Brabantse Delta.

Beheer en onderhoud riolering

Beheer en onderhoud van de circa 1.300 kilometer riolering worden sinds 2014 bepaald aan de hand van het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2014-2018. Dit plan volgt de beleidslijn van het vorige plan. Er is aandacht voor afvalwaterzorgplicht (duurzame instandhouding riolering), hemelwater- en grondwaterzorgplicht. Afvalwater gaat naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. De gemeente, verantwoordelijk voor de inzameling en transport binnen gemeentegrenzen, onderhoudt het rioolstelsel en de gemalen. De zorgplicht hemelwater bestaat uit verschillende methodes om er voor te zorgen dat het regenwater minimale overlast veroorzaakt. Bij de zorgplicht grondwater is de rol van de gemeente om bij overlast de inwoner naar de juiste instantie te verwijzen (gemeente, waterschap, provincie of particulier). Bij overlast op gemeentegrond lost de gemeente dit zelf op. Vanuit het vGRP zijn er projecten gedefinieerd voor de verschillende zorgplichten. Bijvoorbeeld aanleggen van een gescheiden rioolstelsel in bepaalde wijken, vervangen van riolering die niet meer aan de kwaliteitseisen voldoet en onderhouden van gemalen en drukriolering.

Beheer en onderhoud accommodaties

Voor het uitvoeren van planmatig onderhoud aan de gemeentelijke accommodaties gebruiken we het Planon onderhoudssysteem. Met dit systeem plannen we het onderhoud en de verbonden kosten en voorzieningen . Het onderhoudsniveau is sober en doelmatig.

Beheer en onderhoud voertuigen

Het wagenpark is in goede staat van onderhoud.  Aan de hand van de technische staat van de voertuigen sluiten we jaarlijks een onderhoudscontract af voor normaal onderhoud, banden et cetera. Waar nodig is er ruimte voor revisies en/of modificaties. Bij vervanging gebruiken we zoveel mogelijk milieuvriendelijke technieken (volledig elektrisch, waterstof of diesel euro 6). Er is een vervangingsplan voor de komende jaren.